Amerikaanse invoerheffingen raken autobouwers hard – ook buiten de VS zijn de gevolgen voelbaar
Ford Motor Company ziet zich genoodzaakt zijn financiële vooruitzichten voor 2025 te herzien. De oorzaak? Nieuwe importheffingen die door voormalig president Donald Trump opnieuw zijn voorgesteld. De maatregelen leggen volgens het merk een zware druk op de winstgevendheid. Ford rekent dit jaar op een extra kostenpost van zo’n 1,5 miljard dollar – met mogelijk nog meer financiële impact op de langere termijn.
Heffingen raken wereldwijde productie
De heringevoerde tarieven gelden onder andere voor auto-onderdelen uit Mexico en China – twee cruciale schakels in de wereldwijde productieketen van Ford. Hoewel een groot deel van Fords voertuigen (ruim 75%) binnen de VS wordt gebouwd, is het bedrijf voor onderdelen nog sterk afhankelijk van buitenlandse leveranciers.
De stijgende importkosten vertalen zich direct in hogere productiekosten. Volgens Ford is een bedrag van circa 2,5 miljard dollar gemoeid met de invoerheffingen. Dankzij bezuinigingen en operationele aanpassingen denkt het merk ongeveer 1 miljard daarvan te kunnen opvangen, maar dat laat nog altijd een stevig verlies over.
Winst keldert met 64 procent
De eerste cijfers van 2025 liegen er niet om: in het eerste kwartaal daalde de nettowinst van Ford met 64 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, tot 471 miljoen dollar. Ook de omzet liep terug, met vijf procent naar 40,7 miljard dollar. Hoewel analisten vooraf rekening hielden met tegenvallers, valt de daadwerkelijke impact forser uit dan gehoopt.
Concurrentie in hetzelfde schuitje
Ford is niet de enige autobouwer die de gevolgen voelt. General Motors gaf eerder al aan dat het tussen de 4 en 5 miljard dollar aan extra kosten verwacht, en ook Stellantis houdt rekening met een flinke stijging van de operationele uitgaven. Toch lijkt Ford iets minder hard geraakt te worden, dankzij zijn relatief hoge binnenlandse productieaandeel.
Politieke reactie: tijdelijk uitstel voor Amerikaanse merken
Om de onrust onder autofabrikanten enigszins te sussen, heeft Trump aangekondigd dat bepaalde heffingen tijdelijk worden versoepeld voor binnenlandse merken. Zo zijn er vrijstellingen voor staal- en aluminiumheffingen en komt er tijdelijke verlichting voor enkele importtarieven op onderdelen. Daarmee wil de regering ruimte creëren voor bedrijven om hun productie verder te verplaatsen naar de VS – een speerpunt in het economische beleid van Trump.
Wat betekent dit voor Nederland?
Hoewel de maatregelen op Amerikaans grondgebied plaatsvinden, zijn de gevolgen mondiaal voelbaar. De verstoring van wereldwijde toeleveringsketens kan leiden tot langere levertijden van modellen die (deels) in Noord-Amerika worden gebouwd of onderdelen uit de VS bevatten. Ook kunnen stijgende kosten aan de fabriekskant uiteindelijk leiden tot hogere verkoopprijzen op de Europese markt.
Voor de Nederlandse consument betekent dit dat populaire modellen – waaronder sommige SUV’s en pick-ups – mogelijk duurder worden of minder snel leverbaar zijn. Zeker in het hogere segment, waar Amerikaanse merken traditioneel sterk vertegenwoordigd zijn, kan dit merkbaar worden.
Vooruitzicht blijft onzeker
Ford heeft voor de rest van het jaar geen financiële voorspellingen meer afgegeven, vanwege de grote onzekerheden rond handelsbeleid en geopolitieke spanningen. Analisten waarschuwen dat de situatie snel verder kan verslechteren als de handelsoorlog tussen de VS en andere economische grootmachten verder escaleert.